
De maan komt op boven de Doorbraakdijk, langs de Maas tussen Lith en Alphen, op een avondrit van Eindhoven naar Amersfoort.
Het veer heeft me zojuist overgezet van Lith naar de noordelijke oever van de Maas, waar ik de zuidelijke tak van de Doorbraakdijk volg naar Alphen. Het is bijna negen uur, vier uur na m’n vertrek uit Eindhoven. Op een betonnen bank eet ik iets en kijk ik om me heen. In het oosten komt de maan op. In het westen, in de rivier, prikken lichten op de betonnen peilers van het Stuwcomplex Lith rode gaatjes in de donkere lucht. Aan de horizon kwijnt het laatste oranje avondlicht weg van dinsdag 9 september. Het is doodstil om me heen, op de piepende wiekslag na van een troep ganzen.
Ik ben over de helft, op de laatste rit van een tweedaagse. Gisterenmorgen met de trein naar Breda gegaan en daar begonnen met fietsen, via Baarle, Turnhout, Kasterlee naar Balen. Daar heb ik geslapen op een camping bij een klein grasvliegveld. Vanmorgen in de stromende regen ingepakt en naar Eindhoven gefietst, over boswegen met enkeldiepe plassen, smalle sporen tussen de bomen en stille betonplaatwegen door de Kempen. In één woord fantastisch. M’n kleding hield me droog, m’n Salsa hield het in modder, water en keienpaadjes. Z’n vuurdoop, tot nu toe heeft hij alleen kou en zon gezien. Vanmiddag had ik een overleg in Eindhoven, de kapstok voor de tweedaagse, vanavond fiets ik terug naar Amersfoort. De Waal steek ik straks over via de brug bij Tiel (de veerdienst is er al mee gestopt), het Lek-veer bij Amerongen vaart tot 24:00 uur, die mag ik echt niet missen.
Ik fiets verder, langs nevelige weilanden waarboven de maan me als een nachtzon bijlicht. Over de Waalbrug, donker en vrijwel leeg, tot aan de Lek. Het veer zet me over, ik ben niet de enige, de druppelstroom auto’s die de rivier over moet gaat door tot middernacht. Ik wissel een paar woorden met de veerman (“nog laat op stap!”), de lichten van het veer zijn eilandjes in het zwart, daar voorbij glinstert de rivier tot waar hij verdwijnt in het donker. Half twaalf. In stilte fiets ik naar Amerongen en ga in de remmen waar de maan het kasteel beschijnt. Het donker heeft weliswaar z’n beperkingen, maar fietsen in dat donker heeft z’n eigen magie, van een ongewoon en nieuw avontuur.
De zomer voelt al net zo ver weg als de Renaissance, het viel me dit keer moeilijk om er afscheid van te nemen. Toen ik op Amersfoort Centraal uit de Nightjet stapte, die me in één rit van Innsbruck (hoewel, eigenlijk vanaf Rosenheim, er werd aan het spoor gewerkt, tot Rosenheim ging het met de bus) naar hier bracht, keek ik lang achterom naar de trein die het perron verliet. Ik had geen slaapplaats geboekt, alleen een stoel, ik wilde de nachtelijke rit door Duitsland meemaken. Ik sliep een paar uur, werd wakker op een donker station waarnaast in een fabriekshal een paar lichten brandden. Met de jonge vrouw naast me wisselde ik hooguit tien woorden, maar toen ze me bij het aanbreken van de dag vroeg om even op haar spullen te letten had dat een vertrouwdheid die je alleen na een zwijgende nacht op dezelfde stoelen hebt. Als ik haar hoofd op m’n schouder had gevoeld, had ik er niets van gedacht. De nacht had z’n eigen magie.

Reconstructie van de helm die in 1939 werd opgegraven in een Angelsaksisch scheepsgraf in Sutton Hoo.
Na drie weken treinen in Zwitserland en Noord-Italië stonden er nog twee ongebruikte reisdagen op onze Interrail-pas. Die gebruikten Elsbeth en ik in een weekend Londen, met de Eurostar in een paar uur van Rotterdam naar London St. Pancras. We aten er bij Dishoom, in twee vestigingen die we nog niet kenden. Sliepen in een herenhuis-hotel in Kensington, zagen The lady from the sea in het Bridge Theater en bezochten het British Museum. Daar zag ik, voor het eerst van m’n leven, de Sutton Hoo helmet. Ik heb er een kwartier gestaan, betoverd, oog in oog met iets waarover ik in YouTube-video’s en een enkele speelfilm had gehoord. Daar te staan.
Over twee weken, op een zondagmorgen, treinen Elsbeth en ik naar Berlin Hbf, fietsen het korte stukje naar Brandenburger Tor en beginnen daar met een tocht van een dikke week naar Amersfoort. In grote lijnen volgen we de R1 die ik in oktober 2019 fietste, maar met aanpassingen om saaie stukken te vermijden en de route in te korten zodat die in een middag en zeven dagen past. Een mix van hotels en tent. Magdeburg, delen van de EuroVelo 13, een theelepel Harz, een eetlepel Teutoburger Wald en een emmer vol bos, Waldwege en Duits platteland. Nieuw avontuur.
Sinds m’n laatste bericht, begin juli, heb ik het een en ander toegevoegd en gewijzigd. Van Naar Stavanger zijn sindsdien dag 17, dag 18, dag 19 en dag 20 te lezen. Van Vier Seizoenen fietsen staat de maand juni erop. De tochten die ik heb gefietst zijn voortaan ingedeeld in Tochten via bestaande routes en Tochten via eigen routes. Tot slot heb ik de pagina Over toegevoegd.
Tot nader!