Laat voor het eten

Niet alle dolers zijn de weg kwijt

Informatie | Wat ik meeneem

Foto hierboven: Sauerland, 2 juni 2024, op de tocht In het spoor van Bach.


Inleiding

De spullen die ik op een fietstocht meeneem stellen me in staat om te doen waar ik voor kom. De spullen die ik thuislaat doen dat ook. Het antwoord op de vraag ‘wat neem ik mee’ draait om het vinden van de balans tussen die twee. Hieronder laat ik zien wat ik meeneem op een tocht in de warmere maanden, een tocht in de koudere maanden en een tocht met minimale bagage.

Doordat ik m’n keuzes toelicht is het een lange pagina geworden. Ik hoop dat je er wat aan hebt. Het is de bedoeling dat er op termijn aparte pagina’s komen over bijvoorbeeld branders en kleding, zodat toelichtingen daarover naar die pagina’s kunnen verhuizen.

Ik voeg waar mogelijk links toe. Die verwijzen naar de bronnen – merken en productpagina’s – en niet naar webwinkels. Dat is neutraler (het zijn geen affiliate links, ik krijg er niets voor), al betekent dat soms dat je terechtkomt op een site voor de Noord-Amerikaanse markt. Met de productnaam vindt Google snel genoeg een webshop die aan Nederlandse en Belgische klanten levert.


Mogelijk maken of hinderen

Op YouTube-fietsvideo’s kom ik fietsers tegen die hard moeten werken om een volbeladen fiets een milde helling op te krijgen. Of die gaan lopen als de route over een bosweg met modder gaat. Een heel verhaal maken van een oneffen fietspad omdat alles dendert en klappert. Dan zie ik fietsers met bagage die hen hindert. Zonde! Mogelijk dat ze, met Zo ga je op fietsvakantie! in de hand, twee achtertassen, twee voortassen, een stuurtas en een achteroptas neerzetten en die vervolgens vullen. Dan neem je automatisch veel mee. Maar wat nou als dat helemaal niet nodig is, die zes volle tassen. Wat nou als je dat handboek de hartelijke groeten doet, een derde van je spullen thuislaat (en die zware overdwars-tas, waarin de natte tent nat blijft en je niet meer in je achtertassen kunt) en met minder ballast van huis gaat? Wat nou als die milde helling ineens mild blijkt te zijn, dat modderpad toch te fietsen en dat oneffen fietspad niet meer boeiend. Dan ben je toch met veel meer plezier onderweg?

Groene weg Middellandse Zee

Aankomst bij de Middellandse Zee, op de tocht via de Groene Weg. Weinig bij me hebben gaf me vrijheid.

Misschien zeg ik gekke dingen.

Me vrij voelen is waar fietsen bij mij over gaat: overal kunnen komen waar ik avontuur vermoed. Daarbij hoort het kunnen kiezen van elke weg waarover ik redelijkerwijs kan fietsen, door bossen, over smalle paden, over slechte wegen en naar grote hoogten via flinke hellingen. Dat gaat het beste met alleen een fiets, zonder spullen. Alles wat ik aan die fiets hang knaagt aan die fietsvrijheid. Met elke liter tas-inhoud en elke kilo gewicht wordt m’n fiets trager en heb ik meer last van struiken naast het pad en kuilen op de weg. Het sturen gaat logger en het klimmen moeizamer. Dus wil ik zo min mogelijk meenemen, alleen precies genoeg om die vrijheid weken achter elkaar te kunnen beleven en om autonoom onderweg te kunnen zijn. In de loop der jaren ben ik minder gaan meenemen en me onderweg vrijer gaan voelen, het denken in ‘mogelijk maken’ versus ‘hinderen’ heeft me daarbij geholpen.


Kamperen naast de Vennbahn, aan het begin/einde ervan in Troisvierges (L), 5 januari 2023.

Uitgangspunten

Autonomie

Vooraf bepaal ik hoe autonoom ik onderweg wil zijn. Hoe minder de afhankelijkheid van voorzieningen, hoe meer er mee moet. Die autonomie heeft drie gradaties:

1 | Binnen slapen, niet koken
Wanneer kamperen en koken geen meerwaarde hebben kies ik deze vorm. Zoals op een tocht naar het klooster van Chevetogne (bij Ciney, ten zuidoosten van Namur, België) die ik van 12 tot 16 december 2024 fietste. Alle campings in de buurt van de route waren dicht. Wild kamperen kan, maar in de korte dagen van december moet ik na aankomst in het donker een geschikte plek zoeken. Of ik moet eerder stoppen. Beide doe ik liever niet. Bij de etappe-indeling die ik voor ogen had was wild kamperen zo goed als onmogelijk, bovendien wilde ik een nacht in het klooster slapen. Alles opgeteld zou kamperen alleen gedoe zijn, de keuze voor b&b en hotel was deze tocht logischer.

2 | Kamperen en koken
Meestal fiets ik met alles bij me, zodat ik onderweg alleen afhankelijk ben van waterpunten en af en toe een bakker of supermarkt. Als ik wild kampeer is die autonomie het grootst: ik kan slapen waar ik een plek vind, ik kan ’s avonds stoppen wanneer ik wil. Ik heb de vrijheid om door gebieden te fietsen met weinig of geen voorzieningen, ik heb immers alles bij me. Vrijheid en onafhankelijkheid in z’n puurste vorm.

3 | Wereldfietsen
Op de reis van Elsbeth en mij fietsten we door gebieden waar we op onszelf waren aangewezen, zoals Oost-Turkije, Iran, Pakistan, India en China. We namen dingen mee die op weg naar Rome of de Middellandse Zee beslist thuisblijven, zoals een reserve buitenband, waterfilter, opvouwbaar wasbakje, klamboe (muskietennet) en een uitgebreide EHBO-set (met antibiotica-kuren en reserve hartkleppen). En meer. Veel meer (hoest).

Voorbeeldtochten

Op de voorbeeldtochten hieronder:

  • Kampeer en kook ik.
  • Fiets ik in m’n eentje, zoals op de meeste tochten van de afgelopen tien jaar. Dat ik geen dingen (zoals de tent) kan verdelen (ik heb een héél zwaar fietsleven) dwingt me om extra kritisch te zijn over wat ik meeneem.
  • Ben ik een paar weken onderweg. Tussen drie weken of drie maanden weggaan zit wat bagage betreft geen verschil, tussen drie dagen of drie weken weg is dat verschil er wel (meer kleding, brandstof en eten).

Bagagelijst fietstocht

Uitsnede uit een bagagelijst. De groene balken zijn dropdown-menu’s met selectiemogelijkheid (dat je niet denkt dat ik zomaar wat doe).

Lijst

Ik vergeet zelden iets, door de bagagelijst die ik vooraf maak. Na afloop van de tocht pas ik de lijst aan voor de volgende tocht: wat beviel wel en niet, wat miste ik en wat kan de volgende keer thuisblijven. Op de lijst deel ik m’n uitrusting in hoofdstukken in, waardoor ik gemakkelijk kan checken of ik niets vergeten ben:

  • Fiets & Tassen | Tassen en drybags, waterflessen, straps, gps, kabelslot, fietsonderhoud
  • Overnachten | Tent, slaapzak, mat
  • Koken & Eten | Brander, pan, beker, eetgereedschap, grijpvoer, eten
  • Verzorging | Toiletspullen, handdoek, shit kit, EHBO-set, UV-bescherming, wasmiddel
  • Altijd handig | Rugzakje, hoofdlamp, telefoon, videocamera, laadkabels, powerbank
  • Kleding | Onderkleding, bovenkleding, regenkleding, koudweerkleding
  • Papieren en zo | Pasjes, cash, paspoort

Tocht in de warmere maanden

De warmere maanden zijn begin mei tot eind oktober. Minder kou betekent minder spullen, dat is het verschil. Voor ’s nachts hoeft er geen dikke slaapzak mee, dat scheelt ruimte. Overdag kan ik toe met een dunne softshell (die minder ruimte inneemt als ik ‘m niet draag), terwijl het koudweerpakket (donsjas, muts, col, dikke handschoenen, lange onderbroek, ondersokken) thuis kan blijven. Dat scheelt nog meer ruimte. Op de milde, lichte avonden zit ik buiten. De tent hoeft geen leeftent te zijn, alleen een shelter, een onderkomen voor de nacht. Als ik wil kan ik daarom een eenpersoonstent meenemen.

Kamperen Apolda

Kamperen in het stadspark van Apolda, Duitsland, 5 juni 2024. Wild (het kamperen). In de zomer hoeft de tent alleen een shelter te zijn.

Fiets & Tassen

  • Tassen achter en frame
    Bij de Vittorio: Ortlieb Bike-Packer Plus, gemaakt van Cordura, waterdicht, klepsluiting, gazen binnenvak met rits, waterdicht buitenvak, inhoud 2 x 21 liter, gewicht 2 x 1100 gram | Voor mij geen andere tassen. Cordura is slijtvaster dan het zeildoek van de meeste Ortlieb tassen, dat minder goed bestand is tegen het schuren van muren, doorns en picknicktafels. De klepsluiting is minder omslachtig dan een rolsluiting, die ik heel handig vind voor een drybag maar een onding voor een fietstas. Wanneer er meer mee moet laten tassen met klep zich voller stoppen dan tassen met rolsluiting. Als je ze niet volledig onderdompelt in een rivier (hetgeen ik betrekkelijk zelden doe) zijn ze net zo waterdicht.

    Salsa Fargo

    M’n Salsa met Revelate Designs Ranger frame bag en Ortlieb Sport-Packer Plus tassen.

    Bij de Salsa: Ortlieb Sport-Packer Plus | Van dezelfde serie als de Bike-Packer Plus, maar dan zonder buitenvak en met een inhoud van 2 x 15 liter, gewicht 2 x 840 gram. Deze kleinere tassen (bedoeld als voortassen) steken minder ver uit, waardoor het profiel van de fiets niet breder is dan m’n fietsende benen en het fietsen langs struiken, paaltjes en over bospaden gemakkelijker gaat. Wat ik (vergeleken met de Bike-Packers Plus op de Vittorio) verlies aan liters compenseer ik met een Revelate Designs Ranger frame bag | Sterk, met onverwoestbare ritsen (de achilleshiel van een frame bag), meerdere vakken, opening voor een laadkabel/drinkslang en een inhoud van 10 liter. In de frame bag gaan de zware dingen (fietsonderhoud, eten), die daar (dichtbij het zwaartepunt van de fiets) voor een stabieler geheel zorgen.

  • Tassen voor: geen | Ik heb de ruimte niet nodig. Voortassen klapperen op slechte wegen en maken het sturen logger. Wanneer ik de ruimte wél nodig heb kies ik voor een andere, lichtere en prettiger sturende oplossing, zie bij tocht in de koudere maanden.
  • Tassen cockpit: 2 x Revelate Designs Mountain Feedbag (zie deze video) | Simpelweg briljant: direct toegang tot grijpvoer (energie-repen, koekjes, chocola), lees- en zonnebril, telefoon, oortjes, zonnebrand en ander klein spul. Allerlei vakjes, weegt weinig, openen/sluiten gaat met één hand, past op elke fiets.
  • Tas stuur: Revelate Designs Egress Pocket (video) | Waterdicht, precies groot genoeg voor alle waardevols dat ik onderweg nodig heb (pasjes, cash, accu’s videocamera + lader, videocamera bij stortbui, laadkabels, paspoort), weegt weinig en (yes!) klappert niet op boswegen.
  • Straps: Voile straps (verschillende maten en uitvoeringen) | De beste uitvinding sinds het wagenwiel en de vaatwasser. Polyurethaan riemen om zo ongeveer alles vast te snoeren. IJzersterk en met (in tegenstelling tot een geweven spanband) een lichte rek zodat je een waterfles of drybag echt klappervast in een houder kunt zetten of je tent op de achterdrager kunt fixeren. Verkrijgbaar in veel kleuren en lengtes, in drie breedtes en met aluminium of nylon gesp.

    Voile straps

    Voile straps. Van boven naar beneden: Nano 9″ Black, 15″ Grey met nylon gesp, 15″ Olive met nylon gesp, 25″ Red met aluminium gesp, 32″ Black met nylon gesp, 32″ Rack Strap Black.

  • Drink-/waterflessen: 1,5 liter Nalgene fles met drinkdop en 0,7 liter Camelbak Podium bidon | De hard-kunststoffen Nalgene drinkfles (zie tekstkader) met drinkdop drinkt fijn, bevat veel water, is onbreekbaar en gemakkelijk schoon te houden. Tweede fles is een Camelbak Podium bidon. Daar gaat 700 ml in (600 ml bij de meeste bidons) en er zit een draaisluiting op, geen ding dat je met je tanden uit moet trekken.
  • Fietsonderhoud: set inbussleutels, losse torx-25 sleutel (remschijven en vorkdragers zijn bevestigd met torx T25 boutjes), binnenband, pomp, reparatieset + 3 bandenlichters, set remblokken, flesje kettingolie (bij de Vittorio), poetsdoek, een paar handschoenen (van die wegwerpdingen die bij tankstations hangen) om geen zwarte handen te krijgen bij het verwisselen van een band (spaart bidon-water bij handen wassen).
  • Gps: Garmin Edge 840 | Nauwkeurig, snel, gaat 18-20 uur mee op een accu-lading, niet te groot op m’n stuur, 32 GB intern geheugen (geen micro-SD kaartje nodig), met route-aanwijzingen (Joehoe! effect voor als dromer Piet verkeerd rijdt). Zie ook hier.
  • Verder: eenvoudig kabelslot (voor ontmoediging bij impuls-diefstal. Wanneer iemand echt op jouw fiets uit is, heeft alleen het dikste en zwaarste slot een kans. Dat heb je niet bij je), set back-up lampjes (voor en achter, simpel en oplaadbaar, bij uitval naafdynamo of vaste verlichting).
Waterflessen fietsvakantie

Van links naar rechts: Nalgene 1500 ml 1.5L Wide Mouth Silo bottle met On-The-Fly (OTF) drinkdop (los gekocht, de fles wordt geleverd met een gewone schroefdop), Nalgene 700 ml OTF Bottle (zo geleverd), Camelbak 700 ml Podium bidon.

Bidons, drinkflessen, waterflessen

Een bidon is handig voor wat wielrenners doen. Hij heeft een sprietsdop zodat je al fietsend kunt drinken zonder te verdrinken. Omdat je erin moet kunnen knijpen om de straal te doseren is een bidon van zacht plastic. Er gaat niet veel water in, anders wordt hij te zwaar om fietsend te kunnen hanteren. Dat zijn geen eigenschappen waar ik als bagagefietser iets aan heb. Ik word verdrietig van het armzalige straaltje en nog verdrietiger van een bidon die vacuüm trekt als ik de sluiting te vroeg terugduw. Ik wil drinken met normale slokken, al fietsend drinken vind ik onhandig en niet bijzonder veilig. Ik wil bovendien een waterfles waar wat in kan en waarin het water niet naar plastic smaakt.

Waar je als bagagefietser meer aan hebt zijn de waterflessen van hard kunststof of rvs. Ze zijn ijzersterk, BPA– en smaakvrij, hebben een gewone dop (die je kunt vervangen door een drinkdop) en zijn er ook met grotere inhoud (tot 2 liter). Kies er een met een grote opening, zodat je de binnenkant gemakkelijk schoon kunt maken. Bekende merken zijn Nalgene met kunststof flessen (hun 1-literfles is een icoon) en Klean Kanteen met rvs flessen (zoals deze). Rvs flessen zijn zwaarder en ondoorzichtig, waardoor achtergebleven vuil niet zichtbaar is. Een hergebruikte petfles meenemen kan ook, maar die zijn minder robuust en niet schoon te maken.

Aluminium drinkflessen blijven achter bij kunststof of rvs. Aluminium lost op in het zuur dat in frisdrank en vruchtensap zit, de binnenkant van aluminium drinkflessen is daarom gecoat. Die coating slijt, na een deuk of val kun je niet zien wat ermee gebeurd is. Aluminium is kwetsbaarder dan rvs of hard kunststof. De meeste aluminium drinkflessen hebben een smalle opening, de binnenkant laat zich alleen met een speciale borstel schoonmaken. Ik zie geen voordelen.

Voor kunststof, rvs of pet waterflessen bestaan speciale houders, waarin je de fles met twee bandjes of Voile straps vastzet. Voorbeelden zijn de Blackburn Outpost Cargo Cage, de Salsa Anything Cage of de Santos Alleshouder. Die laatste vind ik de minst handige van de drie: door z’n forse afmeting past hij niet op elke framebuis, de webbing bandjes zijn niet elastisch en snoeren een (grote) fles minder gemakkelijk vast.

Overnachten

  • Tent: Of MSR Hubba Hubba | Tweepersoons, 1,89 kg (compleet), 2 ingangen en 2 luifels, ripstop-nylon buitentent met PU-coating (binnenkant) en siliconen-coating (buitenkant), binnentent deels gaas, aluminium DAC stokken. Ik heb de oerversie, de lichtgroene Hubba Hubba HP. De eenpersoonsversie heet Hubba, de driepersoonsversie heet Mutha Hubba. De Hubba Hubba is er ook in een bikepacking-uitvoering (een- en tweepersoonsversies).
    Of MSR FreeLite 1 | Eenpersoons, 900 gram (compleet), 1 ingang met luifel, materialen buitentent en stokken als bij de Hubba Hubba, binnentent grotendeels gaas. Ook in twee- en driepersoonsversies.
  • Onderlegger: MSR Footprint | Nylon, 200 gram (Hubba Hubba) of 150 gram (FreeLite 1). Lichtgewicht tenten hebben waterdichte, maar dunne grondzeilen. Een footprint (onderlegger) beschermt het grondzeil wanneer je niet alleen op mooie zachte grasjes kampeert. Een stuk plastic kan ook, maar sommige plastics bevatten bestanddelen die het grondzeil aantasten. Plastic is goedkoper, maar niet (veel) lichter en heeft geen oogjes op de hoekpunten (zet je tent op in harde wind, dan weet je meteen waarvoor die oogjes zijn).
  • Slaapzak: PHD Minim 350 (video) | 900 fillpower ganzendons, -2°C comfort, maat Long, 815 gram (inclusief foedraal), volledige rits, buitentijk: Ultrashell (gecoat nylon, waterafstotend), binnentijk: M1 (donsdicht nylon). PHD is een atelier in North Yorkshire dat slaapzakken en andere koudweeruitrusting maakt, vooral voor klimmers en ultraracers. Ze leveren rechtstreeks aan de klant en maken je slaapzak op bestelling en volgens je wensen (lengtemaat, breedtemaat, volledige/halve/geen rits, rits links of rechts, kleur). Hun dons, materialen en afwerking zijn top, samenkomend in warme, lichte en klein samen te pakken slaapzakken. Het temperatuurbereik van de Minim 350 (-2°C) maakt ‘m een allrounder, voor zowel de zomer als het vroege najaar en late voorjaar.
  • Lakenzak en kussensloop: Zwerfkei huismerk lakenzak, polyester-katoen | Voorkomt dat m’n slaapzak vuil wordt, zeker als ik wild kampeer, een lakenzak was je gemakkelijker dan een slaapzak. Therm-a-Rest Pillow Case | Zachte polyester sloop waar ik ’s nachts m’n kleren in prop om als kussen te dienen.
  • Mat: Therm-a-Rest NeoAir XTherm | Large (196 cm), 570 gram, 7,6 cm dik, R-waarde 7,3. De NeoAir matten zijn feitelijk luchtbedden, er zit geen schuim in zoals in een traditionele Therm-a-Rest mat. Door een interne schotjes-structuur met reflecterend materiaal kan de lucht niet circuleren (circulerende lucht is waarom een luchtbed niet isoleert) en isoleren NeoAir matten net zo goed als schuimmatten. Door het ontbreken van schuim zijn ze echter veel lichter en opgerold veel kleiner. De XTherm versie heeft de hoogste isolatiewaarde (R-waarde) van de reeks en is geschikt voor winterkamperen. De drieseizoens versie (NeoAir XLite) isoleert minder goed (R-waarde 4,5), is lichter (480 gram in maat Large) en opgerold iets kleiner. Een NeoAir blaas je op met de bijgeleverde pump sack en niet met je mond, omdat je adem waterdamp bevat die je niet meer uit de mat krijgt.
  • Zitlap: Bever huismerk, gesloten celschuim, opvouwbaar | Om op een natte bank of nat gras geen natte kont te krijgen. Voor onder m’n knieën als ik de tent inricht (of leeghaal) of de ketting smeer.
Ontbijt fietstocht park Apolda

Ontbijt in datzelfde park in Apolda.

Koken & Eten

  • Brander: MSR Pocket Rocket Deluxe | Minimalistische (98 gram inclusief hoesje) gasbrander. De drukregelaar zorgt ook bij temperaturen onder nul voor een bloedhete vlam die weinig last heeft van wind (geen windscherm nodig). Met de piëzo-ontsteking blijft de aansteker in de tas. Topding.
  • Gastankjes: MSR IsoPro | De PocketRocket werkt, zoals de meeste gasbranders, met gastankjes met schroefkoppeling. IsoPro (een 80/20-mix van isobutaan en propaan) is een gasmengsel dat het ook bij lage temperaturen blijft doen (butaan heeft een kookpunt van -0,5°C en vergast bij kou dus niet). MSR IsoPro is er in drie maten: 110 g | 227 g | 450 g (gewichten zijn de hoeveelheid gas). Ik gebruik de kleinste (210 gram) en de middelste (380 gram) maten, als plan B gebruik ik de tankjes van Primus (Primus heeft drie soorten, kies bij kou voor Winter Gas of Power Gas). Omdat een schroeftankje een veiligheidsventiel heeft, kun je het van de brander loskoppelen wanneer je je spullen inpakt (bij een gekoppelde tank kan de regelaar in de fietstas opengaan, waardoor gas ontsnapt). Vergeet priktankjes. Die kun je alleen loskoppelen wanneer ze leeg zijn, bij verkeerd gebruik zijn ze levensgevaarlijk.
  • Pannen: MSR Titan Kettle, 850 ml (de nieuwste versie is 900 ml) met handvatten, schenktuit (heel handig bij het afgieten) en deksel | In m’n eentje heb ik aan een enkele pan genoeg. Titanium is lichter dan – maar net zo sterk als – rvs en sterker en stijver dan aluminium, dat in pannen geanodiseerd wordt omdat het anders afgeeft en oplost in zure inhoud. Wanneer met z’n tweeën: MSR titanium pannenset (1 liter pan + 0,7 liter pan + deksel, samen 245 gram) | MSR heeft nu een iets grotere set.
  • Beker: Nordisk, titanium, dubbelwandig, handvatten | Licht, stabiel (vlakke onderkant), houdt koffie lang warm. Ooit bij een super-aanbieding gekocht, anders schrikbarend duur.
  • Verder nog: halve theedoek, vaatdoek (ook om grondzeil droog te maken), druppelflesje afwasmiddel, MSR titanium lepel en vork, Opinel zakmes, theelepel, aansteker (backup), minimalistische blikopener, MSR peper- en zoutvaatje, schaar, vitaminepillen, kleine spatel (voor eieren bakken op een rustdag), 2 kleine en 2 grote ziplock-zakken (voor pasta, koekjes, muesli).
  • Eten: Adventure Food instantmaaltijd(en), instant noedels, plastic mini-flesje(s) wijn, oploskoffie, suiker, mini-flesje olijfolie (als ik ei-bakplannen heb).
  • Grijpvoer: chocolate chip cookies (bij koekjes is veel en klein handiger dan weinig en groot), nood-Mars (voor als ik te lang ben doorgegaan en acuut energie nodig heb), chocola, Clif Bars, Sultana’s, cervelaatworstjes (slecht, maar die hartigheid is soms precies wat ik zoek) | Op een gemiddelde fietsdag zit ik 7-8 uur in het zadel, dan moet er elk uur energie in. Grijpvoer zit in de Feedbags (twee ronde tassen bij het stuur) en is daardoor altijd bij de hand.
Kookspullen fietsvakantie

Kookspullen. Van links naar rechts: tasje (REI) voor het kleine spul, Muji houten theelepel (omdat het anders wel héél functioneel wordt), schaar, MSR titanium vork en lepel, buisje vitaminepillen (Davitamon), 4 (2 groot, 2 klein) zip-lock zakken, MSR peper-en-zoutvaatje (Salt & Pepper Shaker), MSR 850 ml Titan Kettle, minimalistische blikopener (uit het gevechtsrantsoen enkele man, toen ik m’n land nog verdedigde), aansteker, plastic ei-bakspatel, Opinel zakmes (rvs), MSR IsoPro 110 g gastank, Nalgene 250 ml potje (8oz Storage Jar) oploskoffie, MSR PocketRocket Deluxe met hoesje, Nalgene 125 ml potje (4oz Storage Jar) suiker, Nordisk titanium beker, halve HEMA-theedoek, Muji vaatdoekje, Nalgene 15 ml druppelflesje afwasmiddel, Sea to Summit Ultra-Sil Stuff Sack maat XXS (2,5 liter).

Verzorging

  • Toiletspullen: Montbell toilettas met Oral-B batterijtandenborstel, mini-tube Elmex, deo, shampoo, scheermes + mesje + scheercrême + after shave gel, chamois crème, nagelknipper, tubetje Zovirax (bij koortslip) | Zie tekstkader.
  • Handdoek: Muji, dun, katoen | Het verschil tussen een hightech ‘sneldrogende’ polyester handdoek en een katoenen handdoek is dat de polyester handdoek al na het eerste gebruik stinkt en de katoenen handdoek na drie keer. Op de achterdrager droogt een dunne (denk aan: dikke theedoek) katoenen handdoek net zo snel als een polyester versie. Polyester en lichaamsbacteriën zijn voor elkaar gemaakt, al douche je nog zo grondig, een polyester handdoek gaat stinken (net als polyester shirts, daar blijf ik ook van weg). Katoen neemt vocht beter op, droogt daarom fijner af en blijft niet haken in klittenband.

Van groot naar klein

Toiletspullen op een fietstocht hebben de potentie om een zwaar en ruimtevretend drama te worden. Tijdens een paar weken fietsen heb je veel minder shampoo, scheercrème of tandpasta nodig dan thuis op de wastafel staat. Oplossing: overhevelen in kleine tubes, potjes en flesjes. Mijn hofleveranciers zijn:

  • Nalgene Outdoor: kunststofspecialist, begonnen als fabrikant van kunststof schaaltjes, cilinders en flessen voor laboratoria. Voor de outdoormarkt maken ze een groot aantal potjes, flesjes en drinkflessen om levensmiddelen in te bewaren. Gemaakt van verschillende kunststoffen, geschikt voor verschillende gebruiksdoelen en in meerdere groottes en vormen. De schroefdoppen zijn lekvrij, de openingen meestal groot (gemakkelijk vullen en schoonmaken), het kunststof BPA-vrij. Hun 1-liter Tritan wijdhalsfles is een icoon en een van de meest verkochte waterflessen ter wereld.
  • Muji: de Japanse HEMA, met woon- en reisaccessoires met eenvoudige vormgeving en grote functionaliteit. Er zit van alles van Muji in m’n tassen. Buiten Japan heeft Muji vestigingen in onder andere Londen (Oxford Street en Carnaby Street, vlakbij Hamleys), Parijs (winkelcentrum Westfield Forum des Halles, metrohalte Châtelet-Les Halles), Berlijn, Barcelona en Madrid.
Potjes en tubes fietsvakantie

Shampoo, Assos chamois crème (voor het zitvlak), scheercrème, after-shave, tandpasta, oploskoffie en suiker. De linker vier tubes en potje zijn van Muji, de rechter twee potjes van Nalgene.

  • Handig: IKEA escape-tas | Campingdouchehokjesbouwers testen hun eigen maaksels niet. Bestaat niet. Dan zouden ze ontdekken dat één haakje niet genoeg is, het tussenschot te smal (waardoor je spullen mee-douchen) en de zitplank daardoor altijd nat. Oplossing: een sterke (vaker te gebruiken) plastic tas met hengsels die je aan dat ene haakje hangt en waarin je alles doet dat niet nat mag worden. IKEA had ooit een mini-versie van de Frakta (de blauwe kraaktas-met-hengsels), die ideaal is: klein op te vouwen, licht en sterk.
  • Wassen: Nalgene 60 ml flesje met wolwasmiddel | Alles wat onderweg gewassen moet worden is (op de handdoek na) van wol, dus wolwasmiddel. Wolwasmiddel laat het natuurlijke vetlaagje van wol intact en voorkomt dat wol gaat vervilten. Waszak (gaas, Muji) | Daarin stop ik wat gewassen moet worden, zodat het niet in de zak met het schone goed zit.
  • Verder: zonnebrand, lip-zonnebrand-stick, EHBO-set.
  • Toiletgang onderweg: shit kit (tekstkader).
The Deuce schep

Alles wat ik nodig heb voor de toiletgang onderweg.

Shit kit

Wie, zoals ik sinds een paar jaar, regelmatig wild kampeert moet een oplossing vinden voor de grote boodschap onderweg. Toen ik nog niet beter wist groef ik met de hak van m’n schoen een kuiltje en deed daar wat je op campings in hokjes met lawaaideuren doet. Inmiddels weet ik wel beter. Met mijn na grondig onderzoek samengestelde shit kit maak ik elke toiletgang te velde tot een onvergetelijke ervaring.

Het hart ervan is The Deuce (maat/nummer 2, er zijn drie maten), door onwetenden oneerbiedig (edoch adequaat) met ‘poepschep’ aangeduid. Gemaakt van sterk 7075 T6 aluminium graaf je met deze trowel in bijna elke bodem een gat dat diep genoeg is om je achter te laten schatten goed te verbergen en breed genoeg voor wie moeite heeft met richten. Is de grond hard dan draai je de schep om en gebruik je de andere, smallere kant. Na verrichte hurk-arbeid duw je met een kort stokje toiletpapier en bodemschatten goed naar beneden, gooi je het stokje erbij en schuif je het kuiltje met The Deuce weer dicht. Daarna maak je je handen schoon met een vochtig doekje, dat je vervolgens voor de schep gebruikt. Doekjes en papier alvast klaarleggen is handig. Doekjes zonder plastic bestanddelen kun je ook begraven, ik neem ze mee tot de eerstvolgende afvalbak. Schep, toiletpapier en doekjes zitten in een sterke gaaszak van Muji.

De maker legt de eigenschappen van The Deuce in deze video uit, vooral het deel over aluminiumlegeringen (vanaf tijdstip 1:57) is interessant.

MSR PocketRocket

Rood licht bij een vroeg ontbijt.

Altijd handig

  • Frommelrugzakje: Osprey Ultralight Stuff Pack | Minimalistische rugzak (18 liter, 150 gram) die je in een zakje propt ter grootte van een sinaasappel. Boodschappentas voor onderweg en daypack voor op een rustdag. Geniaal.
  • Licht: Black Diamond Cosmo 350-R hoofdlamp | Er is weinig handiger dan een hoofdlamp: handen vrij bij het tent opzetten, koken of iets uit de tent pakken. De Cosmo 350-R is oplaadbaar, heeft een roodlicht-stand (na uitschakelen wennen je ogen sneller aan het donker, je blijft iets om je heen zien), een beveiliging zodat hij niet ongewild aangaat in je fietstas en meerdere wit-lichtsterktes. Klein, licht, waterdicht en zonder batterijen.
  • Camera/telefoon: iPhone 16 Pro Max | Op de Rome-tocht ontdekte ik dat m’n telefoon veel betere (voor het publiceren op deze pagina’s) foto’s maakte dan de camera die ik bij me had, een Panasonic DMC-TZ100. Sindsdien blijft die camera thuis. De groothoeklens van m’n iPhone is onmisbaar bij grote objecten (kerken, bruggen, gebouwen in stadscentra), de contrastrijke wolkenluchten zijn prachtig en de foto’s die ik bij weinig licht of duisternis nog kan maken zijn ronduit bijzonder. Een semi-professionele camera – zoals contentmakers gebruiken – kan nog veel meer, maar is een stuk groter, zwaarder en kwetsbaarder (niet waterdicht) dan ik op een fietstocht wil.
  • Telefoonhouder: Wanneer ik onderweg een wegafsluiting of omleiding tegenkom zet ik de telefoon met een ‘rubberen’ houder op het stuur en zoek en volg ik met de kaart in de OsmAnd-app een alternatieve route. Ondertussen blijft de gps actief, zodat ik de rit blijf opnemen en kan zien waar ik de track weer oppik. Kijk hier voor een voorbeeld daarvan tijdens de Rome-tocht.
  • Videocamera: Sony FDR-X3000R action cam (niet meer verkrijgbaar), goede beeldkwaliteit, bovengemiddelde beeldstabilisatie, klein, licht | Van de meeste tochten maak ik video-opnamen vanaf het stuur. Niet om YouTube-video’s mee te maken (heeft geen display waarop je ziet wat je aan het filmen bent, aansluiten van een externe microfoon is niet mogelijk), maar voor extra beeld (stills), om de tocht terug te kunnen kijken en het verhaal in detail te kunnen schrijven. Met twee extra accu’s, een accu-lader (die ik op de Forumslader kan aansluiten) en een Joby GorillaPod mini-statief.
  • Oortjes: bedrade oortjes (Apple Earpods) | Tijdens avondritten of saaie stukken luister ik muziek, aantekeningen onderweg spreek ik al fietsend in op m’n telefoon (via de microfoon van de oortjes). Bedrade oortjes hoef ik niet op te laden, raak ik niet kwijt als ze uit m’n oor vallen en hebben geen noise cancelling, zodat ik omgevingsgeluiden (verkeer) blijf horen.
  • Overig: 1000-dingenzakje | Nylon zakje met al het kleine spul dat ik alleen nodig heb als ik het niet meeneem: plakset mat, plakband, beetje duct tape, waslijn met een paar wasknijpers, stukjes nylon touw, plastic zakjes, een paar tie wraps, extra Voile strap, naaisetje.
CEE-stekker adapter camping

CEE-stekker adapter (grijs-met-blauw-met-klepje).

Laden

  • Powerbank: Xtorm, capaciteit 6500 mAh | Als backup, mocht de Forumslader niet te gebruiken zijn of wanneer ik ’s nachts iets wil opladen. Capaciteit is naar de huidige maatstaven klein (10.000 mAh is standaard), maar als backup genoeg.
  • Laadkabels: iPhone-lader (‘stekker’) met laadkabel voor m’n horloge, laadkabel met USB-C connector (voor telefoon en gps) en laadkabel met micro-USB connector (voor hoofdlamp, powerbank en acculader videocamera).
  • CEE-stekker adapter: Brennenstuhl (hier gekocht) | Adapter voor de driepolige blauwe aansluitingen (CEE) op Europese campings. Lomp, niet heel zwaar (154 gram) en erg handig wanneer je je telefoon/gps/powerbank bij de tent wilt opladen in plaats van in het sanitairgebouw.

Kleding

  • Schoenen: SCARPA Mojito Trail lage wandelschoenen | Stevige en toch soepele schoenen waarmee ik zowel comfortabel fiets als loop. Bij warmte (zoals op de tweede helft van de Rome-tocht, tussen Chiavenna en Rome) fiets ik op Teva-sandalen. Koelte en vrijheid voor m’n voeten, geen sokken wassen, sandalen gaan mee onder de douche en dubbelen als slippers. Door de plateau-pedalen waarmee ik fiets (uitleg: zie hier) kan ik met elk type schoen fietsen.
  • Sokken: 2 of 3 paar Falke (TK 2 Wool) of Woolpower (Logo Socks 400) wollen sokken | Niet te dik, niet te dun. Omdat ze van wol zijn kan ik ze twee (als het echt moet drie) dagen aan zonder gevaar voor de volksgezondheid.
  • Onderkleding: 2 Gonso Sitivo U M (‘U’ van Unterwäsche, ‘M’ van Männer, damesversie heet Sitivo U W) fietsonderbroeken, met groene zeem voor een half-diepe fietshouding. De rode zeem is voor een diepe fietshouding, de blauwe zeem voor een rechtop-houding. Verschillende houdingen geven verschillende drukpunten, de zeemvarianten zijn daar op afgestemd | Een fietsonderbroek is dunner dan een fietsbroek, is koeler en laat vocht beter door. Je draagt ‘m onder elke gewenste broek. Ook de zeem is dunner, je loopt niet met een luier. Voor een bagagefietser met een comfortabel zadel zijn de belangrijkste functies van een zeem je kont drooghouden en voorkomen dat ondergoed-naden gaan schuren. Een fietsonderbroek is daar net zo goed in als een fietsbroek, maar is bij warmte luchtiger en bij het dragen comfortabeler. Gonso’s vallen klein, ik heb daar een maat groter in dan bij gewoon ondergoed. Verder 1 of 2 gewone onderbroeken, voor ’s nachts en op rustdagen.
  • Ondershirts: 1 of 2 merinowollen T-shirts (Icebreaker of Decathlon) met korte mouw | Wol geeft warmte in de winter en koelte in de zomer. Dat is geen magie, dat is hoe Moeder Natuur dat in duizenden jaren evolutie heeft uitgevogeld: wol geleidt warmte niet, net zo min als katoen of hout. Polyester doet dat wel, hang een polyester en een wollen shirt naast elkaar in de volle zon en voel het verschil. Daarom worden fietsbroeken – die vaak ook nog ‘ns zwart zijn – loeiheet in de zon. Wol blijft warmte geven wanneer het vochtig is, wol van het merinoschaap is aangenaam zacht en kriebelt niet. En, niet onbelangrijk als je wekenlang onderweg bent en niet elke dag wast, wol gaat veel minder snel stinken dan polyester. Met een beetje deo kan ik een merinowollen shirt tien dagen achter elkaar dragen zonder dat mensen met een boog om me heen lopen (waarom zou je ook, met mijn jong-goddelijk voorkomen).
  • Broek: Haglöfs lange broek (Mid Flex pant), nylon, met veel zakken | Als fietsreiziger doe je hetzelfde als een rugzakwandelaar, je stopt alleen je spullen ergens anders in (en leidt een zittend bestaan). Net als die wandelaar wil ik een broek met veel zakken. Voor een zakdoek om neus of zweet af te vegen (een doos tissues in m’n zak kan ook, ik vind een ouderwetse zakdoek handiger), plaspauze-wc-papier, wikkels van energierepen, fietssleutel en geld bij supermarktbezoek, telefoon als ik niet fiets. Haglöfs maakt outdoorbroeken met stretch-panelen op knieën en zitvlak. Dat fietst comfortabel. Elastiek of klittenband aan de pijpen houdt de broek uit ketting of aandrijfriem. Kunststof broeken drogen snel, bij een regenbui in een warm gebied kan de regenbroek in de tas blijven. In warme gebieden Korte broek, als tweede broek, Haglöfs of Carhartt. Afritsbroek? Zeker niet. De pijpen van een korte broek of afritsbroek zijn wijder gesneden dan die van een lange broek, een afritsbroek is op de fiets onhandig wijd en ernaast huiveringwekkend lelijk. Normaal hangt een broekspijp naar beneden, bij fietsen schuift hij over je bovenbeen heen en weer. Een afrits-rits is dan vervelend, ook met een flap erachter.
  • Truien: Dun merinowollen trui met lange mouw (Uniqlo of Icebreaker) | In voor- of najaar en op koele zomerdagen. De dikte (Icebreaker: 200, met halve rits) is precies goed om ook in de rijwind genoeg te isoleren. Wie oer-merinomerk Icebreaker (te) duur vindt kan terecht bij Uniqlo, die voor veel minder geld dunne merinowollen truien maakt, met ronde hals of halve rits, in veel kleuren. Inmiddels op meerdere tochten aan gehad, perfecte dikte, dragen fijn. Dik Woolpower merinowollen 200-trui met halve rits | Voor koude avonden bij de tent, een enkele keer bij een koude ochtendstart, niet nodig in warme gebieden. Bij een dikkere trui gaat gewicht meespelen. De merinowollen ullfrotté (wolbadstof) truien van Woolpower bevatten een percentage polyester, waardoor ze minder kwetsbaar en lichter zijn: een 200-dikte Woolpower-trui is dikker en warmer dan een 200-dikte Icebreaker trui.
  • Winddichte jas: dunne Windstopper softshell van Gore Wear | Op de fiets is een winddichte jas een must. Daar zou je ook je regenjas voor kunnen gebruiken, maar een winddichte softshell laat vocht veel beter door dan een waterdichte, vochtdoorlatende jas (een hardshell). Om hele dagen in te fietsen is een softshell daarom fijner dan een regenjas. In de warmere maanden hoeft die softshell niet te isoleren, een dun jasje is dan goed en licht genoeg.
  • Tegen de regen: Jas Patagonia Calcite Jacket of jas van Black Diamond, drielaags Gore-Tex. Broek Haglöfs L.I.M GTX pant, drielaags Gore-Tex | Regenkleding gebruikt diverse coatings en laminaten die zowel waterdicht als vochtdoorlatend zijn. Een grote waterdichtheid – gemeten met de hoogte van de waterkolom die je op de stof kunt zetten voordat die water doorlaat – gaat meestal ten koste van vochtdoorlatendheid, Gore-Tex (Nederlandstalige pagina bevat onzin) is naar eigen ervaring goed in beide. ‘Gewoon’ waterdicht is goed genoeg voor vallende regen, grote waterdichtheid heb je nodig op plaatsen met meer waterdruk, zoals onder rugzakbanden of op je zitvlak op het zadel. Overschoenen Gore Wear, Gore-Tex, hoezen over schoenen en enkels | Houden m’n voeten (vooral de overgang tussen regenbroek en schoen) droog. Met overschoenen voel ik me in de regen onkwetsbaar. Moeten altijd mee.
  • Handen: Gore Windstopper handschoenen | In het vroege voorjaar of late najaar kunnen ochtenden koud zijn, net als routedelen op hoogte. Winddichte handschoenen zijn dan fietsplezier-reddend, ik heb ze altijd bij me.
  • Hoofd: Bij (te) veel zon Haglöfs hoed met rand, POC (piece of cake, mocht je je afvragen waar POC voor staat) zonnebril. Bij regen Black Diamond ‘badmuts’ (Windstopper, dun, draag ik onder de helm om bij regen geen nat en koud hoofd te krijgen), pet van Montbell (als ik geen helm draag) | Bij regen (geruis, verminderd zicht) laat ik een capuchon zo lang mogelijk van m’n hoofd omdat die op de weg onveilig is: ik kan niet opzij kijken en hoor minder.
  • Veiligheid: POC Octal helm, reflecterende gordel voor in tunnels en bij ritten in het donker | Op tochten met afdalingen neem ik een helm mee, op afdalingen zijn de gevolgen van een val het grootst. Op warme, vlakke stukken gaat de helm op de achterdrager en de hoed op m’n hoofd, bij de combi regen en kou draag ik een badmuts (zie hierboven) onder de helm.

Papieren en zo

  • Geld en pasjes: Cash Beetje contant geld voor pin-loze kleine campings en winkels. Voor een tocht door Duitsland moet er meer mee, daar is pinnen onverwacht vaak iets uit een andere eeuw. Pasjes Secrid pasjeshouder met inhoud | Portemonnee blijft thuis: cash (weinig nodig) zit in een zakje, pasjeshouder (vaak nodig) is klein en handig.
  • Papieren: paspoort.
  • En zo: huissleutels, leesbril, pen.

Tocht in de koudere maanden

Onder de koudere maanden versta ik november tot en met april. Maart is weliswaar meteorologisch (en deels astronomisch) gezien al voorjaar, maar in de praktijk een wintermaand. April is verraderlijk: de dagen zijn net zo lang als in augustus, maar de nachten en ochtenden zijn veel kouder. Nachtvorst is geen uitzondering, bij een vroege start moeten bijna altijd de handschoenen aan. Op tochten in de koudere maanden heeft m’n bagagepakket z’n maximum, met koudweerkleren, dikke slaapzak, dikkere jas en een tweepersoonstent.

Fietsen bij Hovden, Noorwegen

Hartevatnet bij Hovden, Noorwegen, 22 april 2023. De winterslaapzak moet achterop, die neemt in een fietstas veel te veel ruimte in. Een deel van m’n bagage zit in twee drybags op de voorvork.

De bagagelijst van een tocht in de warmere maanden dient als basis, hieronder staan alleen de verschillen met die lijst.

Fiets & Tassen

  • Tassen voorvork: 2 Sea to Summit Big River Dry Bags (waterdichte zakken), elk 8 liter en 160 gram, elk vastgesnoerd met 2 Voile straps (zie hierboven) aan een titanium King Cage Manything Cage rekje op de voorvork | In de koudere maanden, met meer en dikkere kleren, heb ik aan twee achtertassen niet genoeg. In de twee drybags stop ik wat licht is en tegelijkertijd veel ruimte inneemt, zoals donsjas, mat en dikke trui. De setup met drybags weegt (2 rekjes, 2 drybags en 4 Voile straps) in totaal 570 gram, tegen 2240 gram voor twee Ortlieb Sport-Packer Plus voortassen en 2 Tubus Duo voordragers. Ruim anderhalve kilo gewichtswinst, geen geklapper en directer (minder log) sturen.

Overnachten

  • Tent: MSR Hubba Hubba, tweepersoons (zie hierboven) | Bij kou heb ik behoefte aan een leeftent waar ik meer spullen in de binnentent kan zetten.
  • Slaapzak: PHD Greenlandic 500 (video over de 300-variant), 900 fillpower ganzendons, -10°C comfort, maat Long, volledige rits, 1150 gram (inclusief foedraal). Buitentijk: Ultrashell waterafstotend gecoat nylon, binnentijk: M1 donsdicht nylon | Meer dons voor meer isolatie, bredere rechthoekiger snit (semi-rectangular) voor zijslapers die hun benen op willen trekken.
Vertrek fietstocht naar Stavanger

Stavangerfietser bij vertrek, met winteroutfit zoals beschreven en vastberaden blik en houding: wijdbeens, ogen op de kim.

Kleding

  • Schoenen: SCARPA halfhoge wandelschoenen (Zen Pro mid GTX) | Waterdicht, halfhoog, voor warme enkels en bescherming in nat gras, plassen en sneeuw.
  • Broek: Haglöfs dikke lange broek (Rugged Mountain pant) met veel zakken | De dikkere, sterkere stof isoleert beter en is winddicht, het waterdichte zitvlak beschermt op koude, natte banken en boomstronken.
  • Donsjas: PHD Midwinter Ultra down jacket, 900 fillpower ganzendons, 330 gram (inclusief foedraal), buitenstof van waterafstotend gecoat Ultrashell nylon, binnenstof van donsdicht M1 nylon | Voor ’s avonds, past over m’n softshell. Warm. Vriend.
  • Winddichte jas: dikkere softshell van Haglöfs | Winddicht, warm, ritsen onder de armen (om warmte te laten ontsnappen tijdens een klim), veel zakken. Al sinds 2013 mijn zeer gewaardeerde tochtgenoot, die ik op fietsdagen in de koudere maanden de hele dag aan heb.
  • Ondershirts: 1 of 2 merinowollen shirts met lange mouwen, van Icebreaker, Decathlon, Patagonia of Woolpower (ik heb een kastplank vol) | De Crewneck Lite van Woolpower staat bovenaan de lijst, als ik die aan heb krijg ik het niet koud, punt.
  • Onderbroek: merinowollen lange onderbroek (Woolpower) die over m’n fietsonderbroek en onder m’n lange broek gaat | Een lange onderbroek lijkt iets uit de jaren vijftig, maar wees gerust: niemand ziet dat je ‘m draagt. Ondertussen heb je daar heel veel plezier van, het zal je verbazen hoeveel warmer je het hebt. Logisch ook: voor je bovenlijf trek je een ondershirt, een of twee truien en een jas aan, terwijl je onderlijf het met alleen een broek moet doen. Een broek inruilen voor een tight is niet de manier om het warmer te krijgen, te weinig isolatie en niet winddicht. Bij kou hebben je benen net als je bovenlijf zowel een isolerende als een winddichte laag nodig.
  • Sokken: 3 paar wollen Woolpower sokken (Logo Socks 400) en ondersokken (Liner Socks) | Wat bij kou geldt voor je bovenlijf, geldt ook voor je voeten: meerdere isolatielagen. Bij het fietsen hebben je voeten dat extra hard nodig, net als je handen zijn die het minst in beweging.
  • Handen: Twee paar handschoenen. Bij kou Gore Wear Thermo Split gloves | Dikke, winddichte semi-wanten (bij kou isoleren wanten beter dan handschoenen), waarbij de wijsvinger apart zit om goed te kunnen remmen en schakelen. Zweer ik bij. Bij kou en regen Gore Wear Gore-Tex gloves, waterdicht en niet te dik (anders krijg je alsnog zweethanden) | De combinatie van regen en een paar graden boven nul is funest, zeker voor je handen. Dan helpt maar één ding om de lol erin te houden: waterdichte handschoenen.
  • Hoofd: merinowollen muts (Woolpower). Wanneer ik een helm draag een dunnere MSR muts die onder de helm past.
  • Nek: dunne merinowollen Woolpower col | Licht en verbazend warm, veel effectiever, kleiner en lichter dan een sjaal waar de wind de isolatie uit blaast.

Tocht met minimale bagage

Zonsopkomst bij Faramans, fietsroute Middellandse Zee

Zonsopkomst tussen Bossieu en Faramans, Frankrijk, op dag 9 van de tocht naar de Middellandse Zee.

Op de tocht naar de Middellandse Zee, 10 dagen fietsen. Ook hier alleen de verschillen met de ‘warmere maanden lijst’.

Fiets & Tassen

  • Kabelslot: dunner en lichter dan wat ik normaal meeneem, puur als ontmoediging.
PHD Autumn M.Degree 250

PHD Autumn M.Degree 250.

Overnachten

  • Tent: MSR FreeLite 1, eenpersoons (zie hierboven) | Veel lichter dan 900 gram wordt een tent niet.
  • Slaapzak: PHD Autumn M.Degree 250 (video), 950 fillpower ganzendons, 0°C comfort, maat Long, foot zip (kleine rits aan het voeteneind om warmte te laten ontsnappen), 480 gram (inclusief foedraal). Buitentijk: Hypershell waterafstotend gecoat nylon, binnentijk: 7X donsdicht nylon | Minimalistische slaapzak met top-donskwaliteit en geen rits (alleen een foot zip van 10 gram), zie ook hier.

Koken & Eten

  • Geen beker: titanium ketel doet ook dienst als beker.
  • Ook geen: vaatdoek, flesje olijfolie, spatel | Geen eieren bakken, kan zonder.
  • Koffie en suiker: geen voorraadpotten, maar afgepaste hoeveelheid zakjes oploskoffie en suiker.

Altijd handig

  • Geen CEE-stekker adapter: scheelt vooral ruimte, bij wild kamperen zie ik weinig of geen campings.
  • Geen frommelrugzakje: kan zonder.

Kleding

Op een tocht als deze bestaat mijn kledingpakket uit:

  • Onderkleding: 1 T-shirt korte mouw, 2 paar sokken, 1 onderbroek, 2 fietsonderbroeken.
  • Bovenkleding: lange broek, dunne trui, dikke trui, dunne Windstopper, regenjas en -broek, overschoenen, pet.
  • Verder: lage schoenen, helm, zonnebril, badmuts, Windstopper handschoenen, reflecterende gordel, geen waszak.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.