Laat voor het eten

Niet alle dolers zijn de weg kwijt

Wilde haren

| Geen reacties

Magnolia aan de Westsingel in Amersfoort, 17 maart 2024.

Vandaag, 30 maart 2024, is het precies 25 jaar geleden dat Elsbeth en ik op een grijze nawinterse middag uit Amsterdam wegfietsten. Bestemming: Kathmandu. We lieten geen woning achter, geen banen en geen auto. Die hadden we opgezegd en weggedaan. Op een slaapkamer van m’n oudste zus stonden alleen wat spullen in verhuisdozen, een stofzuiger, een computer en de tenten en slaapzakken die niet meegingen. Onze reis had geen einddatum waarop we terug wilden of moesten zijn. We besloten terug te komen wanneer het geld of de motivatie op was, en gokten op een jaar of twee.

Als ik het tunnelplan of fietsverhaal waar ik mee bezig ben even pauzeer kijk ik YouTube, voor muziek en voor andermans fietsverhalen. Algoritmisch kwam er een video bovendrijven, een video van Koen die uit Amsterdam wegfietst met de ambitie 35.000 kilometer over de wereld te fietsen. De dozen die hij inpakt, de vreemde, stressvolle en tegelijk opwindende ochtend van het vertrek, het uitzwaaien op een brug in het centrum van Amsterdam. Het alleen zijn op het fietspad, terwijl de stad achter je verder gaat met Amsterdam zijn. Alsof er niets gebeurd is, terwijl er voor jou zojuist heel veel gebeurd is. Het klopte allemaal. Ik werd, zittend aan m’n Mac, weggevaagd door heimwee en verlangen. Ik wilde, met alles wat ik in me had, hem zijn, alleen maar hem zijn. Opnieuw morgen wegfietsen, zonder een einddatum.

Het is een terugkerend thema. Het avontuur waar Elsbeth en ik 25 jaar geleden mee begonnen had niet te maken met het losgooien van wilde haren. Zo wild of piep was ik niet, ik was bij vertrek 35 jaar. Weggaan zat in ons, fietsen zat in ons. Dat is nog steeds zo. En die haren heb ik ook nog steeds, het gen voor androgenetische haaruitval is bij mij vermoedelijk recessief. Grijs zijn ze ook niet, via m’n moeder geërfd van m’n oma die – zo gaat het verhaal – Spaanse voorouders had. M’n oma had zwart haar tot het moment waarop ze deze aarde en haar familie, die om haar heen zat, verliet. Een huiskamer vol mensen – m’n moeder had acht broers en zussen – die in de dagen daarvoor samen hadden gelachen en gehuild en allemaal naar Grevenbicht waren gekomen omdat het einde stond te gebeuren. Daar woonde ze de laatste jaren bij een tante van me. Ik was erbij, bij het afscheid van Maria Schillings-Kösters uit Obbicht, mijn lieve oma.

Vandaag en morgen fietsen Elsbeth en ik – het komt zo uit – naar Grevenbicht, door Nederland en door Belgisch en Nederlands Limburg. Naar m’n tante die er nog steeds woont, in een boerderij midden in het dorp, voor een familiereünie. Vandaag zitten we net als 25 jaar geleden op de fiets. Met haren die nog steeds onderweg willen zijn. Wild of niet.

Ik wens je een mooie Pasen toe, een zalig Pasen, een gezegend Pasen. Ik wens je toe dat het, net als in het bijbelse verhaal, gaat over de terugkeer van het licht en het leven. Misschien heb je donkerte ervaren, misschien het einde van een leven dat niet mocht eindigen. Laat er dan nieuw licht schijnen, dat je gemoed verwarmt en je gedachten optilt. Dat wens ik je toe.

Ondertussen staan dag 7 en dag 8 van het verhaal naar de Middellandse Zee erop, is er meer te lezen over In het spoor van Bach en is maart van Vier seizoenen fietsen een vrijdag verder. Tot snel weer!

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.