Laat voor het eten

Niet alle dolers zijn de weg kwijt

Ongemak, en heimwee naar België

| Geen reacties

De spirit is terug, ik ga fietsen. Dit voorjaar was ik er niet klaar voor en heb ik de geplande tocht afgelast. M’n hoofd zat vol met kale bomen en grijze zandpaden.

Dat was ik grotendeels zelf schuld. Ik heb mezelf de afgelopen maanden ontregeld, door ontslag te nemen als (vrijwillig) brandweerman, na ruim zestien jaar in dienst te zijn geweest van (eerst) Brandweer Amersfoort en (daarna) de veiligheidsregio Utrecht. Het daagde me niet meer uit, ik stond stil. Ik voelde dat wanneer ik zou blijven, de bezieling uit zou doven. Alles wat ik niet intens kan doen, doe ik liever niet. En ik worstel nog steeds met het ouder worden. Met pensioen gaan is mijn schrikbeeld. Het uit de plek te stappen waar het gebeurt. Niet meer bijdragen, niet meer het verschil maken. Erkenning, daar draait het bij mij allemaal om, met allerlei wortels in allerlei verledens. Iemand zijn. Als ik met pensioen ga ben ik niemand meer. Het gaat er – zoals altijd – niet om of dat zo is, maar of dat zo voelt. Dat wil ik niet meemaken, ik wil vóór die tijd zelf het roer omgooien en m’n leven een nieuwe wending geven.

Maar het ontregelde me totaal, veel meer dan ik had verwacht. Ik voelde me verdrietig, nutteloos, alleen. Los van een warm nest. Het deed en doet pijn om afscheid te nemen van m’n collega’s en vrienden van post Amersfoort-Centrum. Ik voelde m’n knieën, en dacht dat de slijtage was ingetreden en ik niet meer zou kunnen fietsen. Alles wat glans had werd dof. Alles kwam samen. Sinds het overlijden van m’n ouders heb ik me niet meer zo rot gevoeld.

Maar het besef dat ik het moest doen, dat ik mezelf uit het comfort van de routine en het bekende moest sleuren, bleef overeind. Ik gunde mezelf dat ongemak.

Ongemak en ontregeling, daar komen nieuwe ideeën en nieuwe inzichten uit voort. In de ontregeling komen je eigen regels uit hoeken tevoorschijn waar je ze niet zag. De dingen die je echt belangrijk vindt, de dingen die je niet meer wil, de dingen waar je werk van gaat maken. Bij het fietsen maakt een dosis ongemak meer mogelijk. Campings kiezen die verder van de route liggen betekent een stuk omrijden, maar ze vergroten je mogelijkheden in het kiezen van de dagetappes. Vroeg opstaan en in het donker vertrekken maakt langere dagen mogelijk, waardoor een tocht past in het aantal dagen dat ik weg wil zijn. Het enige wat je hoeft te doen is jezelf te gunnen om harder te werken, om nu en dan ‘ns stuk te gaan, om verder te fietsen en je te verbazen over wat je kunt. Waarom zijn cols zo leuk? Omdat je harde werken meestal wordt beloond. Waarom wantrouw ik het blijven hangen in comfortzones? Omdat ze me uiteindelijk niets brengen, niets waar ik wat aan heb. Daarom gun ik mezelf op elke tocht een dosis ongemak, het brengt me verder. En levert mooiere verhalen op.Fietsen, ik ga weer. Vanavond neem ik de trein naar Middelburg en slaap op een mini-camping richting Vlissingen. Morgenvroeg neem ik de Westerschelde-ferry naar Breskens en dan begint het feest. Eerst een stuk LF1, de Noordzeeroute, daarna pik ik de (Belgische) LF6 op (update augustus 2022: de LF6 is opgegaan in de Vlaanderenroute), die me van de slagvelden rond Diksmuide en Ieper via de Vlaamse Ardennen, het Pajottenland, het Zoniënwoud, Leuven en Tienen naar Maastricht brengt. Daar kom ik, gemak en ongemak dienende, na vier dagen fietsen aan. De aanloop, en op termijn ook het verhaal, staat hier.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.